De regelgeving van degene die
zich laat behandelen met de wettige roeqya
Bismillaahir-Rahmaanir-Rahiem.
Assalamoe 'alaikom wa rahmatoe Allaahi wa barakatoeh
Door de nobele Shaykh
al-‘Allaamah Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan
- moge Allaah hem genadig zijn -
Vraag: Wij horen deze dagen van mensen die met behulp van de Qor-aan zieken behandelen die lijden aan bezetenheid, het kwade oog en andere zaken, en sommige mensen hebben een gunstig resultaat bij hen. Is dit werk van deze mensen verboden of toegestaan? En is degene die naar hen toegaat zondig? Wat zijn volgens u de voorwaarden waaraan degenen die door middel van de Qor-aan mensen behandelen moeten voldoen? En is het van de Selef (Voorgangers) overgeleverd dat zij degenen die betoverd zijn, degenen die bezeten zijn, en anderen behandelden door middel van de Qor-aan?
Antwoord: Er schuilt geen kwaad in het behandelen van degenen die getroffen zijn door bezetenheid, het kwade oog en tovenarij, door middel van de Qor-aan, en dit wordt ar-roeqya genoemd, en dat is dat de lezer leest en blaast over de zieke. De roeqya door middel van de Qor-aan en wettige smeekbeden is toegestaan, maar hetgeen verboden is, is de roeqya van afgoderij, en dat is de roeqya die het aanroepen van een ander dan Allaah en het hulp zoeken bij de djinn en duivels bevat, net zoals de kwakzalvers dit doen, of bij onbekende namen.
Wat betreft de roeqya door middel van de Qor-aan en de smeekbeden die overgeleverd zijn, dit is toegestaan. En voorzeker, Allaah heeft de Qor-aan een geneesmiddel gemaakt voor de lichamelijke en geestelijke ziekten, van onder de ziekten van de harten en de ziekten van de lichamen. Maar onder de voorwaarde dat degene die leest en degene over wie gelezen wordt een zuivere intentie hebben, en dat beiden overtuigd zijn dat de genezing afkomstig is van Allaah en dat de roeqya door middel van de Woorden van Allaah één van de nuttige middelen is. En er schuilt geen kwaad in het bezoeken van degenen die behandelen door middel van de Qor-aan, wanneer zij bekend staan om hun oprechtheid en zuivere geloofsleer, en het bekend is dat zij geen roeqya van afgoderij verrichten en geen hulp zoeken bij de djinn en duivels, maar dat zij slechts behandelen door middel van de toegestane roeqya.
De behandeling door middel van de roeqya met de Qor-aan behoort tot de Soennah van de Boodschapper - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - en de handelingen van de Selef (Voorgangers). Zij behandelden hiermee degenen die getroffen waren door het kwade oog, bezetenheid, tovenarij en de rest van de ziekten, en zij waren ervan overtuigd dat dit één van de nuttige en toegestane middelen is, en dat de Genezer Allaah alleen is.
Maar het is noodzakelijk om jullie erop te wijzen dat sommige kwakzalvers en tovenaars wat van de Qor-aan of smeekbeden kunnen noemen, maar zij vermengen deze met afgoderij en het hulp zoeken bij de djinn en duivels, waarop sommige onwetende mensen hen horen en denken dat zij door middel van de Qor-aan behandelen. Maar dit is een misleiding waarop gewezen moet worden en waarvoor gewaarschuwd dient te worden.
Bron: al-Moentaqa min Fataawash-Shaykh Saalih al-Fawzaan deel 1, blz. 54-56
Vertaald vanuit het Arabisch door: Ridouane Mallouki
Assalamoe 'alaikom wa rahmatoe Allaahi wa barakatoeh
Door de nobele Shaykh
al-‘Allaamah Saalih ibn Fawzaan al-Fawzaan
- moge Allaah hem genadig zijn -
Vraag: Wij horen deze dagen van mensen die met behulp van de Qor-aan zieken behandelen die lijden aan bezetenheid, het kwade oog en andere zaken, en sommige mensen hebben een gunstig resultaat bij hen. Is dit werk van deze mensen verboden of toegestaan? En is degene die naar hen toegaat zondig? Wat zijn volgens u de voorwaarden waaraan degenen die door middel van de Qor-aan mensen behandelen moeten voldoen? En is het van de Selef (Voorgangers) overgeleverd dat zij degenen die betoverd zijn, degenen die bezeten zijn, en anderen behandelden door middel van de Qor-aan?
Antwoord: Er schuilt geen kwaad in het behandelen van degenen die getroffen zijn door bezetenheid, het kwade oog en tovenarij, door middel van de Qor-aan, en dit wordt ar-roeqya genoemd, en dat is dat de lezer leest en blaast over de zieke. De roeqya door middel van de Qor-aan en wettige smeekbeden is toegestaan, maar hetgeen verboden is, is de roeqya van afgoderij, en dat is de roeqya die het aanroepen van een ander dan Allaah en het hulp zoeken bij de djinn en duivels bevat, net zoals de kwakzalvers dit doen, of bij onbekende namen.
Wat betreft de roeqya door middel van de Qor-aan en de smeekbeden die overgeleverd zijn, dit is toegestaan. En voorzeker, Allaah heeft de Qor-aan een geneesmiddel gemaakt voor de lichamelijke en geestelijke ziekten, van onder de ziekten van de harten en de ziekten van de lichamen. Maar onder de voorwaarde dat degene die leest en degene over wie gelezen wordt een zuivere intentie hebben, en dat beiden overtuigd zijn dat de genezing afkomstig is van Allaah en dat de roeqya door middel van de Woorden van Allaah één van de nuttige middelen is. En er schuilt geen kwaad in het bezoeken van degenen die behandelen door middel van de Qor-aan, wanneer zij bekend staan om hun oprechtheid en zuivere geloofsleer, en het bekend is dat zij geen roeqya van afgoderij verrichten en geen hulp zoeken bij de djinn en duivels, maar dat zij slechts behandelen door middel van de toegestane roeqya.
De behandeling door middel van de roeqya met de Qor-aan behoort tot de Soennah van de Boodschapper - sallallahoe ‘alayhi wa sallam - en de handelingen van de Selef (Voorgangers). Zij behandelden hiermee degenen die getroffen waren door het kwade oog, bezetenheid, tovenarij en de rest van de ziekten, en zij waren ervan overtuigd dat dit één van de nuttige en toegestane middelen is, en dat de Genezer Allaah alleen is.
Maar het is noodzakelijk om jullie erop te wijzen dat sommige kwakzalvers en tovenaars wat van de Qor-aan of smeekbeden kunnen noemen, maar zij vermengen deze met afgoderij en het hulp zoeken bij de djinn en duivels, waarop sommige onwetende mensen hen horen en denken dat zij door middel van de Qor-aan behandelen. Maar dit is een misleiding waarop gewezen moet worden en waarvoor gewaarschuwd dient te worden.
Bron: al-Moentaqa min Fataawash-Shaykh Saalih al-Fawzaan deel 1, blz. 54-56
Vertaald vanuit het Arabisch door: Ridouane Mallouki
Geen opmerkingen:
Een reactie posten